Jip Wijngaarden zette haar eerste stappen in de wereld van de kunst door een vooropleiding van de kunstacademie Nimeto. Korte tijd daarna deed ze auditie voor de rol van Anne Frank in het toneelstuk 'Het Dagboek van Anne Frank' en ze werd uitgenodigd voor deze rol.
En zij heeft dus als jong meisje  de rol van Anne Frank  gespeeld in de beroemd geworden verfilming van dit toneelstuk samen met Jeroen Krabbé als haar vader Otto Frank. Hierop volgt een bloeiende toneel- en filmcarrière. Zij ziet zich dan genoodzaakt haar vooropleiding aan de kunstacademie stop te zetten. Wel blijft ze uiting geven aan haar creativiteit, onder andere door te schrijven en zich in sommige producties bezig te houden met decor- en kostuumontwerp. Uiteindelijk keert ze terug naar haar oude passie en verruilt haar voormalige acteerloopbaan voor een bestaan in de beeldende kunst. In 1987 volgt zij een jaar modeltekenen bij het Vincent van Gogh Museum.

Zelf heeft ze nooit de ambitie heeft gehad om te acteren. Als acteur was er altijd weer dat verwachtingspatroon naar persoonlijkheid en uiterlijk. Elke avond weer. Ontzettend vermoeiend was dat.  In 1990 trouwt Jip met Philippe Combes, geluidstechnicus, die zij tijdens een filmproductie had leren kennen. Ze vestigen zich in Frankrijk en trekken zich terug uit de glamourwereld. Ze zoeken meer verdieping in hun leven en zoeken naar hun plek  binnen de christelijke en joodse religie en tradities.
Als schrijfster bewerkt Jip een brief uit het Dagboek van Etty Hillesum tot monoloog, en werkt zij aan een documentaire over de Shoah en begint ook nog aan een studie Hebreeuws. In 1998 richt zij haar atelier in aan de Zwitserse kant van Frankrijk, in Sergy met uitzicht op de Mont Blanc. Eerder heeft Jip al in de synagoges van Deventer (Het Etty Hillesum Museum), Groningen en Aalten, gestaan met de expositie "Boulevard des Déportés". Een schilderijententoonstelling geïnspireerd op de Shoah. Een kijk op duizenden verschillende mensen die werden weggevoerd en vermoord, ontrukt aan hun plaats binnen de joods-christelijke cultuur en samenleving, in beeld gebracht in een tiental portretten van joodse mensen. Op elk schilderij staat in het Hebreeuws "Uw volk is mijn volk" (Ruth 1:16). Daarnaast zijn er schilderijen die symbool staan voor een wereld van smart maar niet zonder hoop, een wereld van lijden maar niet zonder uitzicht op verlossing.

Op dit werk is een profeet met een sjofar, ofwel een ramshoorn, afgebeeld. Hij waarschuwt: “Sta stil, bezin je, weeg de dingen af, luister naar je hart, wees gewaarschuwd.” Gedeporteerden op weg naar de trein, een dorp, een huis, een kerk zonder ramen. We hebben het niet willen zien, niet willen horen. In een Duitse bijbelvertaling staat letterlijk: “Wir haben das nicht gewusst!” 2700 jaar geleden heeft God een waarschuwing laten optekenen in het boek der Spreuken. Eeuwenlang heeft deze in stilte op papier gestaan. Maar nu, na de gebeurtenissen in 1940-1945, zou het in onze oren moeten dreunen... Wij hadden het kunnen weten!

"Red degenen die weggeleid worden om te sterven en behoed hen die wankelend naar de slachting gaan. En zeg jij: ‘Wij wisten het niet!’; Hij die de harten doorgrondt weet er alles van, en Hij die op je let, neemt het waar en vergeldt de mens naar zijn daden." (Spreuken 24:11-12)

http://yannekewijngaarden.nl/nl/