Op het 11e Congres van de WZO in augustus 1913 in Wenen, werd een bijzondere documentaire van de maker Noah Sokolovsky getoond over het Leven van de Joden in toenmalig Palestina. Noah Sokolovsky was dat jaar naar het Heilig Land getrokken en had er twee maanden lang gefilmd in steden, heilige plaatsen en agrarische gemeenschappen in Eretz Israël.
Na de voorstelling op dit congres raakte de film verloren. In 1997 werd het negatief teruggevonden in Frankrijk. De 80 minuten durende film werd gerestaureerd en bewerkt door Yaacov Gross. In 2000 werd de film getoond op verschillende Joodse filmfestivals en werd zelfs uitgebreid besproken in The New York Times.
Na de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog (nederlaag van Duitsland en de ondergang van het Ottomaanse Rijk) was er het 12e congres van de WZO in 1921 in Karlsbad in toenmalig Tsjecho-Slowakije. Er werd een motie aangenomen, waarin men een Brits voorstel steunde voor een nationaal tehuis voor de Joden in Palestina. De Volkenbond zou overgaan tot ratificatie van de opgestelde Balfour Declaration(*). Na de vele inspanningen van de Engelse tak van de WZO werd Weizmann voorzitter van de WZO en Sokolov werd voorzitter van de uitvoerende instantie, de Executive. De op de vorige conferentie in Londen (1900) afgesproken fondsenwerving door Keren Hayesod onder de Joden in de diaspora zou in praktijk gebracht worden. De andere kwestie was de oprechte oproep om harmonie en respectvolle verstandhouding na te streven met Arabische bewoners mede tengevolge van de rellen van Arabieren in Jeruzalem (1920) en Jaffa (1921).
(*) De Balfour Declaration (1917) hield in de stichting van een Joods nationaal tehuis (hier weergegeven als Jewish Palestine plus het OverJordaanse Trans-Jordanië), grafisch hieronder weergegeven (East-Bank -Trans-Jordan - is 77% van het totaal toegezegde Joodse gebied, dat later is gereduceerd; en weer later bleef hiervan 23% over als Joods Palestina):