Geschiedenis behouden in Israël
De voormalige synagoge van Leeuwarden, die nu in gebruik is als dansschool Saco Velt, bestaat 200 jaar. Dat wordt zondag groots gevierd. Het oorspronkelijke interieur van de synagoge werd in de jaren zeventig nagenoeg compleet overgebracht naar Israël. Daar werd het 200-jarig bestaan al gevierd op 10 maart. Het nagenoeg volledige interieur van de synagoge, inclusief de Tora-rollen, is in 1965 overgebracht naar het jeugddorp Kfar Batya, omdat de Leeuwarder synagoge veel te groot was geworden voor de door de Tweede Wereldoorlog gedecimeerde Joodse gemeenschap. Alleen de Leeuwarder Menora, destijds geschonken door de familie Kan, voorouders van onder andere de bekende cabaretier Wim Kan, ging niet naar Israël.
Die bevindt zich nu in het Joods Historisch Museum in Amsterdam in de permanente expositie. Het is de in Israël opererende stichting Amuta Leeuwarden gelukt om, in samenwerking met de Amerikaanse Amit Organisatie, geld bijeen te brengen voor een volledige restauratie van het interieur, inclusief de Tora-rollen en de bijbehorende zilveren kronen en schilden. Bovendien is er een fraaie herdenkingsbrochure vervaardigd.
Gedenkplaat
Bij de viering van het tweehonderdjarige bestaan op 10 maart is een gedenkplaat onthuld door de zoon van de vroegere opperrabbijn van Fryslân, de heer Dasberg en zijn vrouw. Daarop staat de tekst 'Zie uw zoon leeft' (1 Koningen 17:23) en het wapen van Leeuwarden (dat nagenoeg overeenkomt met het wapen van Jeruzalem, beide bevatten een staande leeuw!). Bovendien werd een nieuw voorhangsel voor de heilige arke, de kast met de wetsrollen, in gebruikgenomen. Daarop staat de tekst 'Voor deze jongere/jongen heb ik gebeden' (1 Samuël 1:27). Het voorhangsel was geschonken door de familie Rosen Jacobson, rechtstreekse nakomelingen van Jacob de Joode die in 1670 de eerste Joodse begraafplaats in Leeuwarden stichtte. De beide teksten staan in relatie tot de tekst op de buitenmuur van de vroegere Joodse school (bij het Joods monument, nabij de Grote of Jacobijner kerk in Leeuwarden): 'Het kind is niet meer' (Genesis 37: 30). Die tekst drukt de pijn uit van de Joodse gemeenschap in het verlies van haar kinderen in de Tweede Wereldoorlog. De brochure over de Leeuwarder synagoge kreeg een voorwoord van de president van Israël, Moshe Katzav. Verder bevat de brochure een bijdrage van Gerk Koopmans van het Verzetsmuseum in Leeuwarden. Hij schrijft over de redding van de Tora-rollen in de Tweede Wereldoorlog.
Herdenkingsdienst Kfar Batya
De herdenkingsdienst in Kfar Batya werd bijgewoond door de Israëlische opperrabbijn, Israel Meir Lau. Hij zat op de gerestaureerde zetel van de vroegere Leeuwarder opperrabbijnen Lowenstamm, Dusnus, Wagenaar, Lewenstein, Rudelsheim, Davids, Dasberg, Levisson, Tal en Berlinger. Ook de Nederlandse ambassadeur in Israël, Bob Hiensch, was aanwezig, naast ongeveer driehonderd overige belangstellenden.
Diverse sprekers brachten het bijzondere van de overbrenging van het volledige interieur en het vernieuwde intensieve dagelijks gebruik door circa 400 leerlingen naar voren. De synagoge van Kfar Batya staat in een prachtig park, waarvan vele bomen al in bloei stonden in mooi voorjaarsweer. Een receptie, tentoonstelling van de antieke gerestaureerde zilveren voorwerpen en een feestelijke maaltijd met muziek en toespraken maakten voorts deel uit van de feestelijkheden.
Eerste Joden
De eerste Joden vestigden zich rond 1645 in het Friesland van stadhouder Willem Frederik van Nassau en Albertine Agnes. Recent onderzoek, door schrijver dezes, gepubliceerd in het Amerikaans Joods Genealogische blad Avotaynu (herfst 2004), heeft de identiteit onthuld van Jacob de Joode, de man die in 1670 de begraafplaats stichtte. Dit blijkt een zoon te zijn v an Mozes Ury HaLevy, de Emdense rabbijn die in 1602 naar Amsterdam kwam en aldaar de eerste Spaanse en Portugese Joden onderrichtte in de Joodse gewoonten en gebruiken. Dat was nodig omdat zij sinds 1492 hun Jood-zijn niet meer openlijk hadden kunnen belijden vanwege de bedreigingen van de Inquisitie. Naast de familie Jacobson zijn ook de in Leeuwarden wat bekendere familie Dwinger naar alle waarschijnlijkheid afstammelingen van deze Jacob de Joode. Al voor 1700 bestond er een eerste synagoge, mogelijk op een bovenkamer. Hierna kwam er een synagoge op de begane grond op de Voorstreek, bij de Amelandse Pijp. Omstreeks 1745 werd een nieuwe synagoge ingericht in de Sacramentsstraat. Die werd echter volledig afgebroken bij de bouw van de synagoge in 1805 op dezelfde plaats. In 1865 werd deze verbouwd en uitgebreid en kreeg het huidige gebouw zijn definitieve vorm. De Leeuwarder Joodse gemeenschap kende zijn grootste omvang rond 1870 en telde toen circa 1200 zielen. In de eerste decennia van de twintigste eeuw, en met name in de crisisjaren dertig, trokken veel Joden weg uit Leeuwarden, vaak naar Amsterdam. In 1941 telde de gemeenschap, voordat de deportaties begonnen, nog 665 leden. Een aantal van 616 Joden gedeporteerd vanuit Leeuwarden werden vermoord in concentratiekampen. Het totaal aantal Joodse oorlogsslachtoffers geboren in Fryslân bedraagt 1338.
Ir Chaim Caran uit Eilat is bestuurslid van de stichting Amuta Leeuwarden.
Documentatie Kfar Batyahttp://www.jhm.nl/beeld.aspx?database=fotos&trefwoord=Leeuwarden
Bron: Friesch Dagblad, 21 mei 2005