Chanoekafeest op 3 december op Wilhelminaplein in Leeuwarden...
en optreden van klezmerband Di Gojim (beide filmpjes volgende pagina)
Onder grote belangstelling, ondanks de regen in het begin, waren wij allen getuigen van het ontsteken van de twee kaarsen voor het Joodse chanoekafeest op 3 december op het Wilhelminaplein in Leeuwarden, de culturele hoofdstad van Europa in 2018! Met behulp van een hoogwerker gingen CdK Arno Brok en rabbijn Jacobs de eerste twee kaarsen doen ontbranden aan de grootste chanoekia ter wereld op het Wilhelminaplein. Dit feestelijk gebeuren vond plaats van 19.00 tot 20.30 uur. Elke avond zal het volgende kaarsje worden ontstoken (nu in de vorm van een brandende lamp). Het woord werd door verschillende sprekers gevoerd: Arjen Lont, die de leiding van de avond had namens Christenen voor Israël, burgemeester Ferd Crone, Pim van 't Hof voorzitter van CvI en rabbijn Jacobs, die aangaf hoe na het verslaan van de vijand, die haar godsdienst wilde uitroeien, de acht lichtjes konden worden ontstoken dankzij het wonder van een klein beetje olie genoeg gebleken voor acht dagen en ds. Henk Poot sprak een slotwoord. De avond werd tussen de bedrijven door op buitengewone wijze gevuld met uitstekend vertolkte, vrolijke klezmermuziek en zang door Di Gojim o.l.v. oud-Leeuwarder Jaap Mulder.
Het verhaal van Chanoeka staat opgetekend in de boeken 1 Maccabeeën en 2 Maccabeeën. Deze boeken maken niet deel uit van Tanach, in de christelijke traditie Oude Testament genoemd, maar zijn onderdeel van de apocriefen.
Juda leefde in het Hellenistische tijdperk (de periode vóór de christelijke jaartelling), toen de Joden wat betreft hun geloofsbelijdenis zwaar onderdrukt werden. Het kwam zelfs zover dat de Seleucidische Grieken de Tempel in Jeruzalem ontwijdden door op het altaar een varken te offeren, een dier dat voor Joden onrein is volgens de spijswetten. Ook wilden de Grieken een beeld van Zeus in de Tempel neerzetten.
Dit alles was voor een aanvankelijk groepje onder leiding van Judah Makkabëus reden om het verzet te organiseren. Dit groepje kreeg steeds meer aanhangers en ze wonnen steeds meer stukken land terug uit de handen van de Grieken. Hun populariteit werd zelfs zo groot, dat het gewone Joodse volk de leider 'Jehuda haMakabi' ging noemen, Hebreeuws voor 'Juda de Hamer'. Anderen geloven dat Juda 'haMakabi' werd genoemd omdat hij en zijn manschappen op hun banieren de letters Mem מ, Kaf כ, Beth ב, Jod י voerden. Zij beweren dat deze achrostichon stond voor de woorden 'Mi Chamocha Ba'elim Adonai?= 'Wie is zoals U onder de goden, mijn God?' De manschappen van Judah Maccabëus werden naarmate ze meer veldslagen wonnen bekend als de Maccabeeërs.
Chanoeka werd daarom ingesteld door Judah Maccabeüs en zijn broers in het jaar 164 v.Chr; om jaarlijks met vreugde gevierd te worden ter herdenking van de toewijding aan het altaar in de tempel van Jeruzalem. (1 Macc. iv. 59). Na Jeruzalem en de tempel te hebben hersteld, gaf Judah het bevel de tempel te reinigen, een nieuw altaar in plaats van de verontreinigde te bouwen, en nieuwe heilige bekers te vervaardigen. Toen het vuur opnieuw op het altaar werd aangestoken, en de lampen op de kandelaar weer brandden, werd de toewijding aan het altaar gedurende acht dagen gevierd, onder het brengen van offers en het zingen van liederen. (1 Macc. iv. 36), wat enigszins lijkt op de feestelijkheden van Soekkot. Ook in de huizen werden lichten aangestoken. Volgens Flavius Josephus (Joodse Oudheden) werd het in de volksmond dan ook het feest van de lichten (Chag Ha'Orot - חג האורות) genoemd.
In de Talmoed wordt het wonder van Chanoeka genoemd, dat niet in de Maccabeeën wordt genoemd. Het feest markeert de overwinning op de legers van de Seleucieden (Grieken legers), die hadden geprobeerd het volk Israël te weerhouden het jodendom uit te oefenen. Judah Maccabeüs en zijn broers vernietigden de overweldigende strijdkrachten, en wijdden de tempel opnieuw in. Kenmerkend voor het feest is, dat een speciaal soort kandelaar tijdens dit feest wordt aangestoken. Deze kandelaar heet de chanoekia, en moet vooral niet worden verward met de menora, die ook minder armen heeft.
Volgens de legende in de Talmoed, gingen de Maccabeeën de tempel binnen nadat zij de bezetters uit de tempel hadden verjaagd, om de afgodenbeelden te verwijderen en de tempel te herstellen. Zij ontdekten, dat de meeste rituele voorwerpen ontwijd waren door de Grieken. Daarop zochten zij ritueel gezuiverde olijfolie om de menora aan te steken en de tempel te herstellen, maar vonden slechts genoeg olie voor een enkele dag. Zij staken dit evengoed aan, en gingen verder meer olijfolie te persen en zuiveren. Op een miraculeuze wijze bleef deze kleine hoeveelheid olie acht dagen lang branden, tot er nieuwe olie geperst en gezuiverd kon worden. Om deze reden steken joden een kaars extra aan, iedere nacht van het feest.
In de Talmoed worden twee gebruiken beschreven. Het was gebruikelijk om acht lampen op de eerste nacht van het feest te laten schijnen, en het aantal met een te reduceren bij iedere nacht. Een ander gebruik was, om op de eerste nacht met een brandende lamp te beginnen, en iedere nacht een extra aan te steken tot er acht brandden, op de achtste nacht. Het eerste gebruik werd door de volgers van Sjammaj gevolgd, het laatste door die van Hillel. Volgens Flavius Josephus stonden de lichten symbool voor de vrijheid die de joden verkregen, op de gebeurtenis die op het feest wordt gevierd wordt.
Terwijl thuis de chanoekia voor het raam staat te stralen, worden in het gezin spelletjes gespeeld, speciale gerechten gegeten en cadeautjes uitgepakt. De dreidel is zo'n bekend spel met een soort draaitol met daarop vier dikgedrukte letters van de spreuk: נס גדול היה פה (nes gadol haya poh) wat betekent: een groot wonder was hier... Ieder doet een snoepje in de pot. er wordt gedraaid en wie de letter נ (noen) gooit, kan doorgaan en er gebeurt niets, wie ג (giemel) gooit, pakt alles uit de pot en ieder moet weer een eigen snoepje er in gooien, wie ה (héh) gooit, mag de helft uit de pot halen en wie פ (poh) gooit, moet zelf één snoepje in de pot gooien; het wordt ook wel met muntjes gespeeld...
Speciale gerechten zijn bijvoorbeeld latkes en soevganiot. Soevganiot zijn een soort platte oliebollen met holte en gevuld met jam en latkes zijn aardappelpannenkoekjes.
In de rondom opgestelde standjes werden de bezoekers na afloop een vele kopjes koffie en heerlijke koosjere soefganiot uitgedeeld. De gehele organisatie verliep voortreffelijke en nogmaals, wij hebben van deze bijzondere gebeurtenis geweldig genoten...